Tijdens het bezoek werden concrete voorbeelden van landsgrensoverstijgende samenwerking besproken. Nederlandse veiligheidsregio’s en gemeenten langs de oostgrens werken al veel samen met Duitse partners. Die samenwerking is heel concreet, bijvoorbeeld doordat brandweerposten uit beide landen mee opgeroepen worden en samen branden bestrijden. Ook is de samenwerking in verschillende samenwerkingsovereenkomsten bezegeld. Met het gezamenlijke project ERMWIC wordt in de vorm van een project nog eens een extra impuls gegeven aan de onderwerpen crisisbeheersing, opgeschaalde en publieke zorg, brandweerzorg en communicatie.
Dat het werkbezoek juist op deze locatie was is niet toevallig. De dorpsgrens tussen Dinxperlo en Suderwick is tegelijk de landsgrens en verloopt direct langs drie Nederlandse straten. Beroemd is de „Heelweg” met zijn Duitse trottoirrand als grens. De Suderwicker, die daar aan de „Hellweg” (de Duitse benaming) wonen, kunnen slechts over Nederlands grondgebied bij hun woningen komen – behalve wanneer ze te voet over het Duitse trottoir lopen. Letterlijk een beeldend voorbeeld dus van een plek met een zeer nauwe burenband.
Burgemeester Anton Stapelkamp van Aalten, Christiaan Velthausz, Olav Strotmann en Heidi Otten (VNOG) en Thomas Deckers (Kreis Borken) namen de collega's van het ministerie mee aan de hand van praktijksituaties.
De coronapandemie, het hoogwater en verschillende natuurbranden hebben ons de afgelopen jaren laten zien dat crises niet stoppen aan de grens. Een goede samenwerking tussen veiligheidsregio’s in ons land, maar ook over de landsgrenzen heen, is daarom onmisbaar.