• Zorg ervoor dat je altijd een noodpakket in huis hebt. Daarmee voorkom je dat je langdurig in het donker zit als de stroom uitvalt, of dat je onderkoeld raakt.
• Bedenk vooraf welke plek in huis het langst droog blijft.
• Bedenk waar of naar wie je toe kunt als je jouw huis moet verlaten.
• Weet waar de gashoofdkraan zit, zodat je die kunt dichtdraaien.
• Weet hoe je de elektriciteit in huis in één keer kunt uitschakelen.
• Weet via welke (alternatieve) route je kunt vluchten. Op de website van Rijkswaterstaat vind je de actuele waterdata.
• Kijk op overstroomik.nl voor meer tips om je voor te bereiden op een overstroming.

Bij een overstroming kun je twee dingen doen: thuis blijven of weggaan. Ergens anders heen gaan lijkt misschien een goed idee, maar is niet altijd de beste oplossing. Als het water je onderweg bereikt, is het moeilijker om jezelf in veiligheid te brengen. Bij een (dreigende) overstroming adviseert de overheid wat je moet doen: blijven of weggaan.

Wat moet je doen als je thuisblijft?

• Blijf binnen. Ga naar de hoogste plek in huis die droog en veilig is. Neem, als het kan, je noodpakket mee. Denk in ieder geval aan voldoende eten en drinken, medicijnen en een radio met batterijen.
• Draag stevige en warme kleding. Natte kleding kan tot onderkoeling leiden.
• Bedenk een vluchtroute voor het geval je toch je huis uit moet.
• Stroomt het water je huis binnen? Sluit water, gas en elektriciteit af. Ontkoppel ook alle apparaten.
• Stop een zware zak met bijvoorbeeld zand in toiletten, wastafels en waterputjes. Zo kan rioolwater niet binnenkomen.
• Breng waardevolle spullen naar de hoogste verdieping van het huis.
• Volg het nieuws en de adviezen van de hulpdiensten. Kijk of luister naar de calamiteitenzender Omroep Gelderland op (nood)radio en/of televisie.
• Hang een wit laken uit het raam om hulpdiensten te laten weten dat er nog mensen in huis zijn.
• Laat anderen weten waar je bent.

Wat moet je doen als je je huis moet verlaten?

• Controleer voordat je weggaat welke wegen begaanbaar zijn.
• Trek warme (regen)kleding aan en draag goede schoenen.
• Sluit gas, water en elektriciteit af. Trek de stekkers van elektrische apparaten uit het stopcontact.
• Neem een opgeladen mobiele telefoon mee en laat anderen weten waar je naartoe gaat.
• Neem voldoende eten, drinken, een deken en eventuele medicijnen mee.
• Sluit je huis goed af.
• Loop nooit door een ondergelopen gebied. Er kan een gevaarlijke stroming zijn, of putdeksels die uit de weg omhoog zijn gekomen.
• Rijd tijdens een overstroming nooit door het water heen. Het water kan dieper zijn dan je denkt.
• Help mensen en dieren in jouw omgeving. Niet iedereen komt bij een overstroming op eigen kracht het gebied uit.

• Alle overheden in Nederland werken samen om wateroverlast te voorkomen en te beperken. Rijkswaterstaat en de waterschappen zorgen voor onderhoud en controle van dijken, dammen en duinen. Rivieren krijgen extra ruimte om te stromen.
• Waterstanden worden bewaakt. Er is daardoor in principe tijd voor maatregelen en alarmering.
• Samen met de politie, brandweer en ambulance oefenen de overheden regelmatig wat ze moeten doen bij een (dreigende) overstroming.
• Bij een overstroming informeren en waarschuwen gemeenten hun inwoners.