• Goede hygiëne is belangrijk. Kijk hierbij naar het type ziekte. Als er bijvoorbeeld kans is op besmetting met griepachtige verschijnselen, gebruik dan alleen papieren zakdoekjes en gooi ze na gebruik meteen weg.
• Houd je hand voor je mond als je hoest, en nies in je elleboog.
• Was je handen nog vaker dan anders. Vóór het eten, na toiletgebruik en na hoesten, niezen of snuiten. Droog je handen daarna goed af.
• Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van mensen die besmet zijn.
• Zorg voor voldoende ventilatie in je woon- en slaapruimten.

Heb je hulp nodig? Bespreek met familie, vrienden, buren of huisgenoten hoe ze je kunnen helpen.

• Raadpleeg telefonisch een huisarts als je besmet denkt te zijn. Mogelijk adviseert de arts om virusremmers te slikken.
• Blijf thuis en uit de buurt van anderen.
• Raak zo min mogelijk je ogen, neus en mond aan.
• Maak regelmatig schoon met een normaal schoonmaakmiddel.
• Blijf de tips opvolgen die onder 'wat moet ik doen om besmetting te voorkomen' staan.