Blus alleen een beginnend brandje als je het vuur met één emmer water kan doven. Zorg voor een lange tuinslang waarmee je in alle hoeken van het huis kan blussen. Sluit de slang altijd aan op de waterleiding.

Let op: gebruik nooit water om olie- en vetbranden te blussen, bijvoorbeeld als de brand ontstaat tijdens het koken of door een elektrisch apparaat. Leg dan een passend deksel op de pan of gebruik een brandblusser.

Bij een brand in de schoorsteen kun je zand gebruiken om te blussen. Doof het vuur in de haard of kachel door er zand op te gooien.

Een blusdeken is gemaakt van materiaal dat niet brandt, zoals glasvezel of geïmpregneerde wol. Je kunt deze deken gebruiken om:

• een in brand geraakt persoon te blussen;

• een brandend televisietoestel te doven;

• een brandende prullenbak te doven.
   

Zo gebruik je een blusdeken:

• Trek de blusdeken uit de houder.

• Sla de bovenkant van de blusdeken één keer om je handen, om ze te beschermen.

• Houd de blusdeken hoog en blijf erachter.

• Dek de brand af met de blusdeken. Zorg dat er geen lucht bij de brand kan komen.

• Laat de blusdeken enige tijd liggen en bel de brandweer voor het uitvoeren van een nacontrole.

• Gooi de deken na gebruik weg.
   

Bij het blussen van een in brand geraakt persoon begin je direct onder het hoofd met het wikkelen van de blusdeken, dus van boven naar onderen. Laat het gezicht vrij. Op deze manier kan er geen rook bij het gezicht komen. 
 

Let op: gebruik geen blusdekens voor het blussen van olie- en vetbranden, zoals bij brand in een pan. Leg in dat geval een deksel op de pan of gebruik een brandblusser.

Een brandblusser is snel leeg. Wil je er een brand mee blussen? Ga dan zo dicht mogelijk naar de brand toe en spuit dan met korte stoten. Richt niet op de vlammen, maar op het brandende materiaal.